WISPLAN voor vwo wiskunde
editie    docent    leerling   scorm   links   contact

Extra digitaal materiaal bij getal en ruimte (editie 2003) voor klas: 1v 2v 3v

H1 H2 H3 H4 H5 H6 H7 H8 H9 H10 H11 H12

Hoe doe je wiskunde?                                           Errata MW9-3vwo (6 juni 2010)   

Deze pagina is in wording (2011-2012)

Hoofdstuk 1 Functies

Kennen Kunnen Begrijpen

- functie
- domein, bereik
- intervalnotatie
- blokhaken, driehoekshaken
- als ongelijkheid
- variabelen en parameters
- familie van functies
- familieband,
- grafiekenbundel
- lineair, evenredig en niet evenredig
- parabool, topvorm
- wortelgrafiek, randpunt
- hyperbool, gebrokenfunctie
omgekeerd evenredig en niet omgekeerd evenredig
- asymptoten, HA, VA

- overgangen maken kwartet tabel, grafiek, context en functie voor lineaire verbanden, parabolen in topvorm, wortel grafieken en hyperbolen
- (niet) (ongekeerd) evenredig herkennen
- randpunt bij wortelformule herkennen, uitrekenen
- domein en bereik bepalen bij wortelformules
- HA en VA bepalen bij gebroken functies
- domein en bereik bepalen bijgebroken functies
- de verschillende verbanden uit elkaar houden en formules raden bij een grafiek
- parameters inzetten bij het raden van een formule en deze kunnen uitrekenen
- familiebanden herkennen

- waarom √(-1) geen uitkomsten in R heeft
- waarom het domein en bereik van √x toch negatieve waarden kan hebben
- waarom een gebroken functie een HA en VA kan hebben
- waarom bij recht evenredig een rechte lijn door de oorsprong hoort.
- waarom bij omgekeerd evenredig de aymptoten de x-as en y-as zijn



Planner.    Docent   

Hoofdstuk 2 Kwadratische Functies

Kennen Kunnen Begrijpen

- kwadratische functie
- toename van de toename (tt)
- afbuigingsfactor a
- parabolen in 4 gedaantes
- abc-vorm of stukjesvorm
- ontbonden of produktvorm
- topvorm
- halfontbonden vorm op zekere hoogte
- karakteristieke punten bij iedere gedaante
- Sy-as en terugkeerpunt

- xtop = -b/2a
- verschil schetsen en tekenen
- kwadraten van 1.5, 2.5, 3.5. 4.5, 5.5 ......

- kwadratische vergelijkingen oplossen met product = 0 en kwadraat is getal
-
kwadratisch verband herkennen in tabel
- tabel en grafiek afmaken bij gegeven tt
- formule in topvorm vinden bij gegeven tabel, grafiek of context
- top vinden bij iedere gedaante

- formule van abc vorm in topvorm zetten
- formule parabool in (half) ontbonden vorm zetten
- dus van gedaante naar gedaante schakelen
- grafiek parabool bij formule schetsen of tekenen
- makkelijkste gedaante kiezen bij formule raden parabool

- makkelijkste gedaante kiezen bij contextvraagstukken
- kwadraten van halven slim uitrekenen

- waarom alle parabolen een constante tt hebben
- waarom parabolen een symmetrie-as hebben
- waarom xtop = -b/2a
- waarom niet alle parabolen in de ontbonden vorm gezet kunnen worden
- waarom (2.5)2 = 2 x 3 + 0.25 etc.
Planner.    Docent 

Hoofdstuk 3 Statistiek

Kennen Kunnen Begrijpen
- statistiek
- gegevens verzamelen, verwerken en presenteren
- cirkeldiagran, staafdiagram
- frequentiepolygoon
- cumulatieve frequentiepolygoon
- centrummaten
- gemiddelde, mediaan, modus
- klasse, klassenindeling
- modale klasse
- klassenmidden, frequentie
- spreidingsmaten
- spreidingsbreedte
- kwartielafstand
- boxplot, Q1, Q2, Q3, Q4

- met behulp van een frequentietabel het gemiddelde uitrekenen
- met een onderverdeling in klasseneen schatting van het gemiddelde berekenen
- cirkeldiagram, staafdiagram maken
- (cumulatieve) frequentiepolygoon tekenen
- gemiddelde, modus, mediaan bepalen
- modale klasse bepalen
- spreidingsmaten bepalen
- boxplot tekenen
- boxplot interpreteren
- een boxplot koppelen aan een (cum) frequentiepolygoon

- waarom bij een staafdiagram de frequentiepolygonen door de middens gaan
- de voor en nadelen van de verschillende centrummaten en spreidingsmaten
- waarom een boxplot boven een lineaire schaal getekend dient te worden
Planner.    Docent  

Hoofdstuk 4 Zicht op toeval

Kennen Kunnen Begrijpen

- steekproef
- representatief
- simuleren
- toevalsgetallen
- kans, toeval
- gunstig/totaal
- kansboom
- stroomdiagram
- productregel
- somregel
- complement regel
- vaasmodel
- met of zonder terugleggen


- beoordelen of een steekproef representief is, een representatieve steekproef opzetten
- met rekenmachine toevalsgetallen genereren
- een kansexperiment simuleren
- systematisch tellen (in volgorde van kansboom)
- aantal mogelijke rangschikkingen bepalen van AABBB, maar ook ABCD
- stroomdiagram maken en daarin kansen uitrekenen met de kansregels (som, product, complement)
- ook kansen zonder terugleggen kunnen uitrekenen

- wanneer een steekproef niet representatief is.
- waarom bij systematisch alle mogelijkheden uitschrijven in een eenduidige volgorde gewerkt moet worden.
- wanneer gunstig/totaal wel werkt en wanneer niet
- de meerwaarde van stroomdiagrammen
- mbv stroomdiagram uitleggen wanneer je kansen moet vermenigvuldigen of moet optellen
- wanneer de complementregel gebruikt kan worden
- verband begrijpen tussen de somregel en aantal rangschikkingen

Planner.    Docent   

Hoofdstuk 5 De abc-formule

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent 

Hoofdstuk 6 Nieuwe grafieken

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent  

Hoofdstuk 7 Goniometrie

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent  

 

Hoofdstuk 8 Ruimtefiguren

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent 

Hoofdstuk 9 Rekenen met functies

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent   

Hoofdstuk 10 Grafieken, vergelijkingen en ongelijkheden

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent 

Hoofdstuk 11A Rekenen

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent   

Hoofdstuk 11B Meetkundig redeneren

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent 


Hoofdstuk 12A Breuken en functies

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-
Planner.    Docent 

Hoofdstuk 12B Breuken en functies

Kennen Kunnen Begrijpen
-

-

-

Planner.    Docent 

 

 

 

 

 

 

 

 

DIT5WIS
Exponentiële groei

Instructie: Maak iedere vraag van de toets meerdere keren, net zolang totdat je met begrip vrij vlot op alle varianten van de vraag het antwoord kunt vinden.  
Vergelijkingen met balans Instructie: Vergelijkingen oplossen met de balansmethode (nu ook met hogere machten). Elke stap zelf intypen levert meer punten.  
Vergelijkingen met bordjes Instructie: Soms is het handiger om vergelijkingen op te lossen met de bordjesmethode.  
Functies raden
Parabolen
Instructie: Probeer uiteindelijk in één poging de het functievoorschrift bij de grafiek te vinden.