- algebra
- gelijksoortige termen
- factoren
- kwadranten
- lineaire grafiek en formule
- dalend en stijgend
- kwadratische formule
- parabool
- machten
- exponent, grondtal
- herleiden (korter schrijven)
- bergparabool en dalparabool
|
- formules korter schrijven door gelijksoortige termen samen te nemen.
- formules korter schrijven door factoren met elkaar te vermenigvuldigen.
- bij formules gelijksoortige termen herkennen.
- bij een lineaire grafiek een formule opstellen.
- aan de formule zien of een lineaire grafiek stijgend of dalend is.
- een kwadratische formule herkennen en er een grafiek (een parabool) bij tekenen.
- onderzoeken of een punt op de grafiek ligt.
- met (hogere) machten rekenen.
- machten met hetzelfde grondtal vermenigvuldigen door de exponenten bij elkaar op te tellen.
- voorrangsregels toepassen bij herleiden
|
- het nut van herleiden uitleggen
- met optellen en aftrekken gelijksoortige termen samennemen, erbij en eraf mag in willekeurige volgorde
+3 - 2 zelfde als -2 +3 maar let op: 3 - 2 niet hetzelfde als 2 - 3 Dus 25 - 6x - 4x = 25 - 10x en dus niet 25 -2x maar 25 - (6x - 4x) is wel 25 - 2x
|